Spelers: vaardigheden
Elke speler heeft 8 basisvaardigheden. Daarnaast zijn er een aantal andere factoren die zijn prestaties beïnvloeden in variërende omstandigheden. Laten we eerst even de diverse vaardigheden overlopen:
|
Conditie:
|
Bepaalt hoeveel van zijn capaciteiten een speler verliest tijdens de wedstrijd.
|
|
Spelmaken:
|
De vaardigheid om controle te hebben over de bal, en het balbezit om te zetten in scoringsmogelijkheden.
|
|
Scoren:
|
De bal wordt verondersteld in het net te belanden.
|
|
Vleugelspel:
|
De vaardigheid om scoringskansen te benutten door op te rukken langs de zijlijn.
|
|
Keepen:
|
Het is de bedoeling dat de bal niet tegen de eigen netten belandt.
|
|
Passen:
|
Spelers die een beslissende pass kunnen geven, zijn heel belangrijk voor de aanval van de ploeg.
|
|
Verdedigen:
|
De vaardigheid om aanvallen van de tegenstander af te stoppen.
|
|
Spelhervatten:
|
Het resultaat van vrije trappen en penalty's hangt af van de spelhervattingsvaardigheid van je vrijetrappenspecialist.
|
Hoe goed is je speler?
In het echte voetbal zeg je dat een speler een 'degelijke vleugelspeler' is of een 'zeer goede verdediger' wanneer je hem ziet spelen. In Hattrick doen we hetzelfde om te beschrijven hoe goed spelers zijn: we gebruiken een aantal gradaties (niet alleen voor spelers). Voor spelersvaardigheden gaat de schaal van 'onbestaand' tot 'goddelijk'. Je kunt alle benamingen bekijken in Bijlage 2.
Verschillende spelers hebben andere vaardigheden nodig
Het is niet zo dat alle spelers goed moeten zijn in alle vaardigheden; conditie is echter belangrijk voor iedereen.
Soms is het voldoende dat een speler goed is in slechts één andere vaardigheid, maar je zult het meest uit een speler halen indien hij op meerdere vlakken goed is.
Welke vaardigheden (naast conditie) belangrijk zijn, hangt af van de positie van de speler:
Doelmannen:
Keepen is uiteraard alleen belangrijk voor doelmannen. Ze worden ook beter naarmate ze meer verdedigen hebben en maken gebruik van hun spelhervatten om vrije trappen en strafschoppen te stoppen.
Centrale verdedigers:
Verdedigers moeten natuurlijk heel wat verdedigen hebben. Spelmaken is ook nuttig en hun passen speelt een grote rol bij het counteren.
Vleugelverdedigers:
Verdedigen is het belangrijkst, maar het heeft ook veel nut om een dosis vleugelspel te bezitten. Ze dragen een beetje bij met hun vaardigheid in spelmaken, daarnaast helpen ze bij tegenaanvallen met hun passen.
Centrale middenvelders:
Het kunnen beschikken over goede spelmakers op het centrale middenveld is een belangrijke factor in het succes van de meeste ploegen. Deze middenvelders gebruiken ook hun passen en verdedigen op het veld en zelfs een deel van hun scoren.
Vleugelspelers:
Hebben er uiteraard baat bij om goed te zijn in vleugelspel, maar spelmaken is ook belangrijk. Ze gebruiken ook hun vaardigheid in passen en verdedigen.
Aanvallers:
Hun belangrijkste opdracht is het maken van doelpunten. Het hoeft dus niet te verwonderen dat scoren veruit hun belangrijkste vaardigheid is. Passen is echter zeker ook waardevol, net als vleugelspel en spelmaken.
Veranderingen in vaardigheden
De vaardigheden veranderen langzaam na verloop van tijd. Alle vaardigheden kunnen verbeterd worden door training zolang de speler bestaat, maar wanneer spelers ouder worden, zullen ze ook een beetje aan vaardigheid moeten inboeten. Al deze veranderingen worden uitgelegd in het hoofdstuk Training.